Return to site

De derde week

Omdat we steeds meer wennen aan het leven hier wordt het voor ons op een gegeven moment wat meer zoeken naar interessante momenten die we met jullie kunnen delen. Daarom schrijven we wat minder vaak een update. Check ook even het volgende verhaal waarin Rosanne haar ervaringen deelt.

Vorige week vertelde ik onder andere dat ik samen met een andere vrijwilliger een klasje met kinderen mocht gaan lesgeven bij het drop-in centre. Iedere ochtend ga ik met de boda langs een fotokopieerwinkeltje om rekenoefeningen te printen voor de kinderen. Omdat er zo’n grote taalbarrière is moeten we eerst de belangrijkste woorden uit de oefeningen en woorden die handig zijn om te weten voor die les vertalen in het Luganda, anders begrijpen de kinderen er vrij weinig van. Erg lastig, maar zo leer je wel heel snel de taal.
Omdat we in dit klasje een boekje bijhouden met daar in de namen, de leeftijden en het niveau van de kinderen schrikken we soms best wel eens. Sommige straatkinderen zijn in hun vroege jeugd zo ondervoed geweest dat ze veel jonger lijken dan ze eigenlijk zijn. Zo is er een jongen van 13 die 9 jaar lijkt, en een jongen van 12 die 7 lijkt, net een kop groter dan mijn broertje Tian. Ze lopen niet alleen fysiek achter, maar ook in hun gedrag. Gelukkig krijgen ze nu redelijk goed te eten, maar het blijft schokkend om te zien en de schade is natuurlijk blijvend.
Ook loopt er bij ons een heel lief jongetje van 5 jaar in meisjeskleren rond. Afgelopen week kreeg hij een hele nare hoest, samen met allerlei vreemde plekjes op zijn huid. Frauke en ik vonden dat er eigenlijk wel even een dokter naar moest kijken, dus gingen we met hem naar de leidinggevenden van het drop-in centre. Omdat hij nog een moeder heeft mocht hij niet door hen naar een kliniek gebracht worden, de moeder moest mee. Haar traceren was nog een hele opdracht omdat ze in een sloppenwijk een half uur verderop woont en toen de moeder eenmaal bij het drop-in centre was aangekomen bleek dat er helemaal geen geld was om het jongetje bij een kliniek te krijgen. Dat moesten wij dus voorschieten, terwijl het maar om 10.000 shilling (€2,50) ging. Hij bleek malaria, de mazelen en een luchtweginfectie te hebben. De moeder werd hier erg bang van omdat ze 2 weken terug haar jongste kind aan de mazelen had verloren. Toen we de volgende dag rond 16.00 bij hem op ziekenbezoek kwamen bleek dat zijn moeder de hele dag niet was geweest en dat hij de nacht alleen in die kliniek had doorgebracht. Onze eerste gedacht was, hoe kun je als moeder je kind van 5 jaar oud zo lang alleen laten in een kille kliniek terwijl hij zo ziek is. Hij zou in de voormiddag al uit de kliniek mogen (wisten wij niet) en de leidinggevende van het drop-in centre vond dat het beter zou zijn als hij verder verzorgd zou worden in de boys home een paarhonderd meter verderop. We kregen hem alleen niet mee omdat de moeder er niet was, en die had gezegd te zullen komen. We moesten het jongetje dus met pijn in ons hart achterlaten en een dag later hoorden we dat hij daar erg van heeft moeten huilen. Wat later bleek, was dat de moeder de hele dag bezig is geweest om transport te regelen zodat ze bij haar zoontje kon komen. Ze heeft uiteindelijk meer dan 2 uur moeten lopen. Gelukkig loopt het jongetje nu weer vrolijk door het schoolgebouwtje, maar het is een vreemd besef dat als het drop-in centre er niet was geweest, er een grote kans was dat dit jongetje het niet had overleefd.
Verder mocht ik voor alle kinderen een les over de geografie van Oeganda geven en kwam Rosanne een dagje mee om op mijn project mee te kijken. Natuurlijk kreeg ik met zoveel jongens bij elkaar twintig keer te horen met wat voor een prachtige vrouw ik ben getrouwd en ik krijg nu vijf dagen later nog steeds de vraag wanneer ik haar weer eens meeneem.
Het weekend daarop heb ik met Raphaël de grootste moskee van Oost-Afrika bezocht, de Gaddafi moskee, gedoneerd aan Oeganda door onze grote vriend wijlen Muammar al-Gaddafi uit Libië die dikke vrienden was met president Museveni. Raphaël kon zijn geluk niet op en heeft zich helemaal suf gerend door de gigantische gebedszaal bekleed met tapijt. Gelukkig waren wij op dat moment de enige bezoekers want, vraag me niet hoe, Raphaël had de lichtknopjes ergens in een hoekje van de moskee gevonden waardoor alle lampen in de gebedszaal constant aan en uit gingen. Meteen een paar bewakers in paniek. Ook beklommen we, terwijl de gids islamitische liederen aan het zingen was en Raphaël hem vrolijk nazong, de minaret van de moskee en tevens het hoogste gebouw van de stad waardoor we een prachtig uitzicht hadden.